Tijdens de Dodenherdenking op 4 mei op het Amsterdamse Homomonument hield Boris Dittrich een toespraak. Hij memoreerde de aanslag op het bevolkingsregister van Amsterdam in 1943. Volgens de geschiedenisboeken werd de aanslag geleid door Gerrit van der Veen, maar de namen van zijn medeaanslagers zijn minder bekend: de lesbische Frieda Belifante en de homoseksuele Willem Arondéus.
Hij werd verraden en gearresteerd en vroeg vlak voor zijn executie aan zijn advocate Lau Mazirel om te beloven "na de oorlog de mensen te vertellen dat homo's niet minder hoefden te zijn dan andere mensen".
Sindsdien is er veel veranderd, maar van de 192 lidstaten van de Verenigde Naties zijn er nog altijd meer dan 76 die homoseksualiteit strafbaar stellen. Dittrich moet in zijn werk voor Human Rights Watch vaak aan de woorden van Arondéus: "Homo's hoeven niet minder moedig te zijn dan andere mensen".
Dittrich: "In Rusland en Oekraïne is een propagandawet in de maak. Mijn toespraak is er verboden. Denkend aan Willem Arondéus zeg ik dat iedereen in verzet kan komen tegen onrechtvaardigheid. Ieder mens kan moedig zijn op zijn of haar manier. Als je discriminerende opmerkin- gen hoort, zeg er wat van. Het begint met 'nee' te zeggen tegen homohaat".
bron: Gay.blog.nl