Vóór hem was er niemand die het had gewaagd. Duran Renkema (45) vocht als eerste homoseksuele leraar zijn ontslag aan voor de rechter. De zaak tussen hem en de vrijgemaakt-gereformeerde Dr. K. Schilderschool in Oegstgeest kwam uitgebreid in het nieuws. Hij won, maar besloot alsnog te vertrekken. Nu strijdt Renkema alleen nog tegen de boosheid. Met hulp van God.
Officieel werd de leraar niet ontslagen om 'het enkele feit' dat hij homo was, maar omdat hij een homoseksuele relatie had. Dat is ook discriminatie, oordeelde de rechter. Op de valreep ging Renkema eind 2011 toch weg. Dit jaar begon hij met een nieuwe baan op een school in de Hoeksche Waard.
Renkema woont nu in Rotterdam bij zijn vriend Ton. Daar vierde hij gisteren Kerst met zijn twee kinderen. In zijn vrije tijd zet de leraar zich in voor gesprekken over homoseksualiteit in het christelijk onderwijs. Hij geeft gastlessen en spreekt op congressen. "Of ik deel speldenprikjes uit via Facebook en Twitter."
Dat er nooit eerder een ontslag is aangevochten op een orthodox-christelijke school, is niet omdat er geen andere gevallen zijn, zegt Renkema. "Er kan zó op je ingepraat worden. Dus blijven veel homo's onzichtbaar. Ik wist zelf altijd al dat ik ook op mannen viel, maar zolang het niet hoefde, heb ik niets gezegd. Ik was verliefd op mijn vrouw. Ex-vrouw. We zijn uit elkaar gegroeid doordat ze een ernstige ziekte kreeg, multiple sclerose."
Waarom kwam u wel in het geweer?
"Ik heb een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Ik zou geen goede leerkracht kunnen zijn omdat ik homoseksueel was. Hoe kun je dat zeggen, terwijl ik hier al zes jaar met zoveel succes werk? Mijn leerlingen liepen elke dag met gelukkige gezichten het klaslokaal uit. Ik was nu eenmaal niet de reclamewereld uit gegaan en leraar geworden omdat het zo lekker verdient. Ik wilde iets doen."
Hoe gaat het met uw ex-vrouw?
"Ons huwelijk is niet naar de filistijnen gegaan omdat ik voor een man heb gekozen. Het zat al flink in het slop op het moment dat ik Ton tegenkwam op een verjaardag van een gezamenlijke vriend. Toen was het: boem. Op mijn trouwdag heb ik beloofd dat ik mijn hele leven voor haar zou zorgen: de financiële verplichtingen blijf ik vervullen. Daar heb ik geen problemen mee."
Maar hoe gaat het met haar?
"Ze heeft hulp. Veel mensen denken dat ik haar verlaten heb, maar voor mij voelt dat niet zo. Als ik bij haar gebleven was, zou het desastreus met me zijn afgelopen. Ik zou een burn-out of depressie gekregen hebben. Vanaf hier kan ik beter voor mijn gezin zorgen."
Met de kerk heeft Renkema niets meer. Zelfs met Kerst gaat hij niet. Maar zijn geloof is juist verdiept, zegt Renkema.
"Ik ben mijn angst voor God kwijt. Ik hoef niet meer. Van de kerk moet je ergens aan voldoen, wat je niet kan. Dat maakt mensen angstig. Nu ben ik veel rustiger. Er zit nog wel een hoop boosheid in me: mij werd zoveel onrecht aangedaan - en dan in de naam van iets goeds. Ik werd weggeduwd. Ik ben buiten de stad gegooid. Dat is het tegenovergestelde van liefde. Daar is God niet van."
Bidt u nog?
"Ik bid 's ochtends, ja, als ik in de auto zit, dan praat ik met God. En als ik weer eens aan het foeteren ben - bijvoorbeeld over de kersttoe- spraak van de paus - dan lijkt het wel of ik God lachend hoor zeggen: 'Ah, laat ze maar. Ze komen er nog wel een keer achter hoe ik echt ben'."