woensdag 17 april 2013

Artsen moeten sneller Hiv-test doen


                         
Het testen op hiv wordt door artsen nog steeds niet als een standaardprocedure beschouwd. Hierdoor worden veel patiënten onnodig laat op hiv getest. Dit stellen hoogleraren Kees Brinkman en Jan van Bergen in een commentaar in het "Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde". Uit onderzoek blijkt dat bij 75 procent van de patiënten die een late hiv-diagnose krijgen, er in het ziektebeloop zich veel eerder een gelegenheid voordoet om een hiv-test in te zetten.

De hoogleraren roepen Nederlandse artsen op alerter te zijn. Het is bekend dat het routinematig testen van groepen die risico lopen, kosten- effectief is. Het Aids Fonds en Soa Aids Nederland zijn blij met het commentaar van de twee wetenschappers. "Het moet nu echt routine worden dat mensen voor wie het nodig kan zijn vroeg worden getest", zeggen de organisaties. Veel artsen grijpen te laat naar een hiv-test

Het komt te vaak voor dat patiënten op het moment van diagnose al een gevorderde aantasting van het immuunsysteem hebben, betogen Jan van Bergen en Kees Brinkman in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Beide hoogleraren werken ook in de praktijk. Brinkman als hiv- behandelaar in het OLVG in Amsterdam en Van Bergen als huisarts in Amsterdam-Zuidoost. Ze constateren dat veel artsen te laat naar een hiv-test grijpen. Eerst worden vaak andere, meestal dure, testen gedaan voordat uiteindelijk de diagnose 'hiv-infectie' wordt gesteld. Artsen voelen zich vaak be- schroomd om een hiv-test voor te stellen, vermoeden zij.

Het artikel 'Sneller overgaan tot hiv-test' van Brinkman en van Bergen is een commentaar op een Rotterdams onderzoek. Hieruit blijkt dat in de afgelopen vijftien jaar 59 procent van de patiënten die werden behandeld in het Erasmus MC Rotterdam te laat in behandeling kwam. Een late diagnose kan leiden tot een minder goede respons op de combinatietherapie met hiv-remmers en verhoogde kans op sterfte. "Bovendien neemt het aantal hiv-infecties in de gemeenschap toe, omdat deze mensen zich niet bewust zijn van het besmettingsrisico", stellen Brinkman en Van Bergen. In Nederland wordt geschat dat 30 à 40 procent van de personen die hiv hebben dit nog niet weet van zichzelf.

Kees Brinkman en Jan van Bergen benoemen in hun artikel als specifieke risicogroepen: mannen met homoseksuele contacten (MSM), intrave- neus drugsgebruikers, mensen afkomstig uit gebieden waar hiv veel voorkomt, zoals Sub-Sahara Afrika en Suriname, mensen met meer dan drie sekspartners in het afgelopen halfjaar en de seksuele partners van deze groepen. Bij deze groepen is kennis van de eigen hiv-status van groot belang, aldus beide wetenschappers. In het uitdragen van deze boodschap is een nadrukkelijke rol weggelegd voor huisartsen, maar ook voor andere artsen. Ze roepen iedere Nederlandse arts op om de richtlijnen voor het doen van een hiv-test goed te bestuderen.

"Het is zeer belangrijk dat deze twee hiv-experts hun oproep aan de artsen doen", zegt Ton Coenen, directeur van Aids Fonds en Soa Aids Nederland. "Op tijd testen en behandelen betekent gezondheidswinst. Het leidt bovendien tot minder overdracht van het virus".

bronnen: GaySite.nl / Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde