Het testen op hiv wordt door artsen nog steeds niet als een standaardprocedure beschouwd. Hierdoor worden veel patiënten onnodig laat op hiv getest. Dit stellen hoogleraren Kees Brinkman en Jan van Bergen in een commentaar in het "Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde". Uit onderzoek blijkt dat bij 75 procent van de patiënten die een late hiv-diagnose krijgen, er in het ziektebeloop zich veel eerder een gelegenheid voordoet om een hiv-test in te zetten.
De hoogleraren roepen
Nederlandse artsen op alerter te zijn.
Het is bekend dat het routinematig testen
van groepen die risico lopen, kosten- effectief
is. Het Aids Fonds en Soa Aids Nederland
zijn blij met het commentaar van de
twee wetenschappers. "Het moet
nu echt routine worden dat mensen voor
wie het nodig kan zijn vroeg worden
getest", zeggen de organisaties.
Veel artsen grijpen te laat naar een
hiv-test
Het komt te vaak voor dat patiënten
op het moment van diagnose al een gevorderde
aantasting van het immuunsysteem hebben,
betogen Jan van Bergen en Kees Brinkman in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Beide hoogleraren werken ook in de praktijk.
Brinkman als hiv- behandelaar in het
OLVG in Amsterdam en Van Bergen als
huisarts in Amsterdam-Zuidoost. Ze constateren
dat veel artsen te laat naar een hiv-test
grijpen. Eerst worden vaak andere, meestal
dure, testen gedaan voordat uiteindelijk
de diagnose 'hiv-infectie'
wordt gesteld. Artsen voelen zich vaak
be- schroomd om een hiv-test voor te stellen,
vermoeden zij.
Het artikel 'Sneller overgaan tot
hiv-test' van Brinkman en van Bergen
is een commentaar op een Rotterdams
onderzoek. Hieruit blijkt dat in de
afgelopen vijftien jaar 59 procent van
de patiënten die werden behandeld
in het Erasmus MC Rotterdam te laat
in behandeling kwam. Een late diagnose
kan leiden tot een minder goede respons
op de combinatietherapie met hiv-remmers
en verhoogde kans op sterfte. "Bovendien
neemt het aantal hiv-infecties in de
gemeenschap toe, omdat deze mensen zich
niet bewust zijn van het besmettingsrisico",
stellen Brinkman en Van Bergen. In Nederland
wordt geschat dat 30 à 40 procent
van de personen die hiv hebben dit nog
niet weet van zichzelf.
Kees Brinkman en Jan van Bergen benoemen in hun
artikel als specifieke risicogroepen:
mannen met homoseksuele contacten (MSM),
intrave- neus drugsgebruikers, mensen
afkomstig uit gebieden waar hiv veel
voorkomt, zoals Sub-Sahara Afrika en
Suriname, mensen met meer dan drie sekspartners
in het afgelopen halfjaar en de seksuele
partners van deze groepen. Bij deze
groepen is kennis van de eigen hiv-status
van groot belang, aldus beide wetenschappers.
In het uitdragen van deze boodschap
is een nadrukkelijke rol weggelegd voor
huisartsen, maar ook voor andere artsen.
Ze roepen iedere Nederlandse arts op
om de richtlijnen voor het doen van
een hiv-test goed te bestuderen.
"Het is zeer belangrijk dat deze
twee hiv-experts hun oproep aan de artsen
doen", zegt Ton Coenen, directeur
van Aids Fonds en Soa Aids Nederland. "Op tijd testen en behandelen betekent
gezondheidswinst. Het leidt bovendien
tot minder overdracht van het virus".
bronnen: GaySite.nl / Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde