Vergeleken met heteroseksuele mannen, hebben mannen met een homo- of biseksuele voorkeur vaker last van psychische aandoe- ningen, depressie, angststoornissen of een sociale fobie. Dat blijkt uit onderzoek van het Trimbos-instituut in samenwerking met Columbia University.
De onderzoekers deden onderzoek naar het verband tussen seksuele voorkeur en psychische aandoeningen in de Nederlandse bevolking. Daar- voor gebruikten ze gegevens van de studie NEMESIS-2 (Netherlands Mental Health and Incidence Study-2 → Dataverzameling 2007-2009) die ze met eerdere resultaten van de studie NEMESIS-1 (dataverzameling 1996) konden vergelijken.
Beide studies zijn grootschalige 'epidemiologische onderzoeken' uitgevoerd door het Trimbos-instituut die tot doel hebben om in beeld te brengen hoe vaak psychische problemen vóórkomen bij de bevolking.
Duidelijke associatie
Er bleek opnieuw een duidelijke associatie te bestaan tussen het hebben van een homoseksuele of biseksuele voorkeur en de aanwezigheid van psychische aandoeningen. Vergeleken met heteroseksuele mannen, hadden mannen met een homo- of biseksuele voorkeur vaker enigerlei psychi- sche aandoening, depressie, enigerlei angststoornis en sociale fobie in de afgelopen 12 maanden.
Vrouwen met een homo- of biseksuele voorkeur hadden vaker enigerlei psychische aandoening, enigerlei stemmingsstoornis, enigerlei angststoor- nis, sociale fobie en alcohol- en drugsafhankelijkheid.
Acceptatie homoseksualiteit
Er bleken geen significante veranderingen opgetreden te zijn vergeleken met de studie uit 1996, ondanks een toename in de acceptatie van homo- seksualiteit in de tijd tussen beide studies, en de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor stellen van gelijk geslacht.
De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het tijdschrift LGBT Health.
Zie ook: Trimbos-instituut: "Verband tussen Seksuele voorkeur en Psychische aandoeningen"
Zie ook: Trimbos-instituut: "Verband tussen Seksuele voorkeur en Psychische aandoeningen"
bron: GezondheidsNet.nl / YouTube.com